Door: Emmilie Kuks, Specialist Duurzaam Verpakken
Soms voelt het alsof we in een spagaat zitten.
Aan de ene kant is de boodschap helder: we moeten het gebruik van nieuwe fossiele grondstoffen terugdringen. Ze zijn eindig, vervuilend, en passen niet in een toekomst die circulair en klimaatneutraal is. Aan de andere kant zien we dat het huidige systeem nog niet is ingericht op de alternatieven die we – naast hergebruik en recycling – hard nodig hebben. Biobased verpakkingen zijn daar het schoolvoorbeeld van.
Als duurzaamheidspartner binnen NowNewNext werk ik dagelijks met merken en producenten aan duurzame product- en verpakkingsvraagstukken. En wat me opvalt: steeds vaker hebben bedrijven biobased materialen op het vizier als alternatief. Niet per se voor alle toepassingen, maar wel daar waar het écht zinnig is — denk aan toepassingen die slijten in de natuur, of waar de kans op zwerfafval groot is.
En toch blijft opschaling uit. Niet omdat de wil ontbreekt, maar omdat de praktijk tegenwerkt.
Wachten op een perfect systeem is het grootste risico
Laten we eerlijk zijn: biobased is op dit moment vaak nog duurder. Dat komt niet door het materiaal zelf, maar door het gebrek aan volume. De productie is kleinschalig, de afname beperkt, en dus is de prijs hoger dan die van fossiele alternatieven. Het systeem is simpelweg nog niet volwassen.
Daar bovenop komt het recyclingvraagstuk. Biobased verpakkingen worden nog nauwelijks apart ingezameld of verwerkt. Het huidige systeem is ingericht op het dominante materiaal van de afgelopen decennia: fossiele kunststof. En dus vallen biobased alternatieven daar automatisch buiten — met als gevolg dat ze óf onterecht worden verbrand, óf als “vervuilend” worden gezien voor bestaande recyclestromen. Maar zolang het volume er niet is, is de recycling er niet. Het klassieke kip-ei verhaal, maar dan andersom.
Die combinatie maakt het moeilijk voor bedrijven om de stap te zetten. Logisch. Maar ook frustrerend. Want zolang we doen wat we deden, krijgen we wat we hadden.
Wat we leerden van PHA
In het consortium Next PHAse, waarin we samenwerken met Paques Biomaterials en Happy Cups, duiken we diep in de mogelijkheden van PHA — een biobased en biologisch afbreekbaar materiaal dat wordt geproduceerd uit organische reststromen. Ideaal voor toepassingen waar het materiaal onvermijdelijk in de natuur terechtkomt.
Wat we leerden? Dat de techniek gaat werken. Dat ketensamenwerking cruciaal is. En dat de grootste bottleneck niet in het materiaal zit, maar in het systeem eromheen.
De steun is beperkt. Verwerkers zijn nog afwachtend. En beleid… sluit niet goed aan. PHA is slechts één voorbeeld, maar de lessen gelden breder: voor elk biobased materiaal dat nu nog probeert voet aan de grond te krijgen.
Biobased ≠ Biodegradable (en dat is belangrijk)
Tussendoor een belangrijk punt van verwarring dat ik vaak hoor: biobased betekent niet automatisch dat iets afbreekbaar is, en andersom. Biobased zegt iets over de oorsprong (uit hernieuwbare bronnen), biodegradable over het einde van de levenscyclus (afbreekbaar in de natuur of onder specifieke omstandigheden).
Waarom is dat belangrijk? Omdat wetgeving, verwerkingssystemen en communicatie richting consumenten hier nog vaak door elkaar lopen. Daardoor ontstaan er misverstanden en, in het ergste geval, verkeerde verwerkingskeuzes of misleidende claims.
Beleid loopt achter, maar kan ook versnellen
Het wringt dat biobased materialen in de huidige Europese PPWR (Packaging & Packaging Waste Regulation) nog grotendeels hetzelfde behandeld worden als fossiele kunststoffen. Terwijl het om fundamenteel andere materialen gaat — in herkomst, gedrag én impact. De overheid kan verschil maken door de afname van biobased te stimuleren.
De Nederlandse overheid stelt terecht dat we in 2050 volledig circulair én fossielvrij willen zijn. Maar zonder heldere stimulansen gaan we dat niet halen.
Er ligt bijvoorbeeld nog een onbenutte kans in het Verpact-tariefdifferentiatiemodel, waarin biobased op dit moment niet wordt beloond omdat het nog niet binnen het huidige systeem past — terwijl die verlagende drempel er juist voor kan zorgen dat het wel in het systeem gaat passen. Maar dan moeten we eerst een ‘ondertussentijd’ aandurven, waarin we gaan groeien naar een volume dat het waard is voor recyclers om zich op in te richten.
We hebben pioniers nodig, én richting
De stap naar biobased vraagt niet alleen om idealen, maar om duidelijke richtlijnen, een eerlijke kostenverdeling en een systeem dat nieuwe oplossingen niet belemmert, maar juist faciliteert.
Wat daarvoor nodig is? Drie dingen: Helder en consistent beleid, dat biobased materialen niet op één hoop gooit met fossiele varianten. Financiële prikkels voor toepassing én opschaling. En een handjevol pioniers die erin gelooft en mee wil opschalen.
Kortom: het is tijd om ruimte te maken voor keuzes die houdbaar zijn. Praktisch, schaalbaar, toekomstbestendig. Want we worden pas toekomstbestendig, als we durven te kiezen voor wat er morgen toe doet. Niet alleen wat vandaag het beste past.

Deze maandelijkse column is een samenwerking tussen Easyfairs en Emmilie Kuks. Emmilie Kuks, Specialist Duurzaam Verpakken, schrijft maandelijks een artikel over wat haar triggert binnen de verpakkingswereld.
Sinds 2024 is Emmilie Kuks Duurzaam Verpakkingsspecialist bij Now New Next, een allround ontwerpbureau voor ‘branding & packaging design’ met oog voor de altijd veranderende consument en duurzaamheid.